In Memoriam Roel Veelders door Willem Wolters

In Memoriam Roel Veelders
Door Willem Wolters, oud-voorzitter provinciale Commissie Gelderland, Bond Heemschut
Crematorium Ede, Donderdag 10 Mei 2012

Waarde Boukje en Pim, familieleden, vrienden van Roel en overige aanwezigen. Het moet midden jaren ’90 geweest zijn dat Roel Veelders zich bij onze secretaris meldde met de boodschap dat hij graag vrijwillig erfgoedbeschermingswerk wilde doen voor de Commissie Gelderland van de Vereniging Bond Heemschut. Roel was toen nog ambtenaar bij de dienst Monumentenzorg van de Gemeente Venlo. Op zijn in die jaren onafscheidelijke witte vouwfiets, verscheen hij in de Nijmeegse Guyotstraat om kennis met de overige commissieleden te maken. Tijdens die kennismaking bleek zijn grote vakkennis op het gebied van de ruimtelijke ordening in het algemeen en de landschapsarchitectuur in het bijzonder. Die kennismakingsavond was de start die uitgroeide tot een onmisbare aanwezigheid en samenwerking met Roel die tot aan zijn fatale ziekte heeft geduurd.

Hij was geen veelprater – eerder een bescheiden man. Door zijn werkervaring in Venlo had hij geleerd een scherp oog en oordeel te hebben voor de vele en verschillende “monumentengevallen” die hij in zijn commissiewerk voor Heemschut tegenkwam.
Zoals ik hiervoor stelde was Roel ook een bescheiden mens. Van zijn dagelijks leven in Wageningen wisten wij Heemschutters lange tijd nauwelijks iets. Met de tijd kwamen wij allengs meer te weten over zijn activiteiten voor zijn grote liefde “Wageningen Monumentaal”. In het bijzonder trad hij én voor Heemschut én voor Wageningen Monumentaal op als er beschermenswaardige gebouwen van de Landbouw Universiteit in het geding waren! Met een zeer vooruitziende blik heeft hij als lid van Wageningen Monumentaal al tien jaar geleden een overzicht gemaakt van de zijn inziens bedreigde panden van de Wageningse Universiteit. Met veel passie maakte hij namens de beide verenigingen bezwaar tegen de voorgenomen sloop van de Dreijenborch aan de Ritzema Bosweg in Wageningen. Hij kon met grote ergernis in zijn stem erover spreken dat slopen van universiteitsgebouwen die qua architectuur als bijzonder beschouwd moesten worden, ook het toebrengen van niet meer te verwijderen littekens waren in de ontstaansgeschiedenis van het Wageningse stadsbeeld. Veel van de gevallen die hij voor Wageningen Monumentaal behandelde kwamen ook op de tafel van de commissie Gelderland. Ik denk bijvoorbeeld aan zijn inspanning tot behoud van de mouterij en de molen De Vlijt als voorbeeld van een vroeg industrieel proces, zijn bezwaar tegen de verplaatsing van de proefvakken bij het laboratorium voor microbiologie, de verwaarlozing van Grebbedijk 6 en de verbouwing van het pand Markt 4.

In architectonische zin had Roel grote voorliefde voor de Wederopbouwarchitectuur. Samen met een collega schreef hij over de Rijksbouwmeester Vegter een boekje, het eerste van een serie; voor een tweede had hij reeds de inventarisatie gemaakt.

Roel bezat een uitgebreid netwerk van contacten. Hij sprak die contacten aan als ze in zijn werk voor Heemschut en Wageningen Monumentaal van pas kwam. Zijn gedrevenheid en kennis stelden hem in staat met kracht van argumenten in gemeentelijke monumentencommissies en gemeenteraden erfgoedzaken te bepleiten die naar zijn visie bestuurlijk fout dreigden te lopen. Als deskundig en onafhankelijk stedenbouwkundig en landschapsadviseur was hij lid van verschillende gemeentelijke monumentencommissies in Gelderland. Zo was hij lange jaren voorzitter van de gemeentelijke monumentencommissie in de Gemeente Neder-Betuwe.

Hij had maar weinig woorden nodig om te zeggen wat hij van zaken of van mensen die hij op zijn pad tegenkwam dacht. Was daarbij in zijn oordeel over mensen altijd ook hoogst integer, nooit beledigend maar wel “to the point”!

Zijn vakkennis, gepaard aan zijn bescheiden optreden en scherp oordeelsvermogen, zullen ongetwijfeld redenen geweest zijn waarom Wageningen Monumentaal hem in 2004 tot zijn voorzitter koos. De genoemde karaktereigenschappen van Roel waren voor mij persoonlijk ook de redenen hem te vragen mijn opvolger te worden bij de provinciale Commissie Gelderland. Dat gebeurde in het jaar 2010 en Roel verheugde zich erop in Gelderland mee te kunnen werken aan de activiteiten die ter gelegenheid van het Honderdjarig bestaan van de Bond Heemschut georganiseerd moesten worden. Hij heeft dat met verve gedaan en ontwikkelde samen met zijn collega’s commissieleden een boeiend excursieprogramma per fiets. Roel had een grote historisch-geografische kennis van Wageningen en omgeving. Kennis waar velen uit de kring van Wageningen Monumentaal en Heemschut tijdens door hem georganiseerde excursies van hebben mogen genieten.

Roel is thans niet meer onder ons. Tegen de achtergrond van zijn vele vrijwillige werk voor behoud van erfgoed mag gezegd worden dat hij niet voor zichzelf geleefd heeft. Het was werk ten dienste van de lokale en provinciale gemeenschap. Wageningen maar ook Gelderland zijn hem tot veel dank verschuldigd.

Roel heeft niet voor zichzelf geleefd stelde ik. Naar menselijke maatstaven was Roel nog te jong om heen te gaan, hij laat een grote leegte na, die leegte is niet op te vullen. Wij mogen echter ook dankbaar zijn deze unieke mens te hebben gekend. Moge zijn passie en vrijwillige inzet bij de huidige generatie bestuurders van onze beide verenigingen voort blijven leven en toegepast worden.
Boukje en Pim, moge de herinnering aan Roel en al het goede in hem als vader, jullie leven verder begeleiden!
Roel bedankt dat je onder ons was.